Casus Aandacht richten en vasthouden & taakinitiatie

Praktijksituatie PO executieve functie: Aandacht richten en vasthouden

 

De casus

Bram is een leerling in groep 5 van het basisonderwijs. Bram is een enthousiaste leerling, die het erg moeilijk vindt om de aandacht bij de les te houden.

Het blijven inspannen voor een (saaie) taak vindt Bram erg moeilijk.  Doordat hij hier veel moeite mee heeft raffelt hij het werk snel af. Het werk ziet er dan slordig uit en de antwoorden kloppen ook niet altijd. Wat Bram ook lastig vindt is dat hij zijn aandacht moet verdelen over meerdere zaken. Wanneer hij merkt dat het hem teveel wordt gaat hij door het lokaal lopen, of loopt hij naar het toilet om even rust te krijgen.  Wanneer hij door het lokaal loopt leidt dit de andere leerlingen af, hierbij gaat hij ook in gesprek met andere leerling. De gesprekken gaan dan niet over de opdrachten die ze moeten maken. De leerkracht van Bram vindt het erg moeilijk om hem de juiste ondersteuning te bieden,  omdat hij maar moeite blijft houden met het vasthouden van zijn aandacht.

 

Doelen en interventies

De leerkracht van Bram heeft Bram verschillende keren geobserveerd en verschillende taken uitgevoerd met hem. Nadat er een volledig beeld is ontstaan over het gedrag van deze leerling zijn er samen met Bram doelen opgesteld voor het aankomende jaar. Deze doelen zijn door zowel de leerkracht als Bram gemaakt:

  • Ik werk 15 minuten geconcentreerd aan mijn taak.
  • Aan het eind van de les heb ik mijn opdracht afgerond.
  • Tijdens de uitleg let ik 75% van de tijd op.

Hieronder zijn enkele belangrijke interventies beschreven.

 

  1. Een grote taak wordt in deeltaken opgedeeld en na iedere taak krijgt hij een pauze

Omdat Bram moeite heeft om zijn aandacht vast te houden en moeite heeft om het overzicht te behouden, wordt de hoofdtaak opgedeeld in deeltaken. Voordat de leerlingen aan de taken kunnen beginnen wordt dit individueel met Bram besproken. Bij rekenen maken de leerling een hele paragraaf. Hij werkt per twee opdrachten en krijgt daarna telkens even een korte pauze. De juf houdt telkens in de gaten hoe het gaat, door een op een contact. Kinderen kunnen zich beter concentreren als er regelmatig feedback wordt gegeven en zij meteen worden beloond voor hun inzet (Dawson & Guare, 2010).

Dit geldt ook voor andere vakken.

 

2. De leerkracht geeft duidelijk aan wat er van Bram wordt verwacht. Zodat Bram weet waar hij aan toe is

Het is niet altijd duidelijk voor Bram wat er precies van hem wordt verwacht. Wanneer hij zijn aandacht er niet meer bij kan houden gaat hij door het lokaal lopen of gaat hij in gesprek met andere leerlingen. Dit kan voor de leerlingen erg frustrerend zijn, maar ook voor de leerkracht. Dit komt vaak doordat hij niet goed weet wat hij moet doen en hij vindt het ook moeilijk om dit aan de juf te vragen. De juf gaat bij hem zitten en vult met hem een checklist in. Zo kan hij zichzelf hier snel aan herinneren. Ook leert ze hem, om zelfinstructie toe te passen. Zij vertelt hem wat hij kan gaan doen en hij herhaalt dit stapsgewijs (Dawson & Guare, 2010).

 

  1. Bram krijgt eerst basisoefeningen die hem helpen om op te warmen, voor de uiteindelijke taak

Bram krijgt voor hij aan de taak begint, eerst korte opwarmoefeningen. Deze oefeningen ondersteunen hem en zorgen ervoor dat de overgang naar de taak goed verloopt. Ook zorgt deze opwarming ervoor dat het brein minder energie kwijt is, bij het toevoegen van nieuwe informatie. Dit opwarmen helpt hem om zich uiteindelijk stap voor stap beter te concentreren (Cooper-Kahn & Foster, 2014).

 

  1. Timetimer en het juiste tijdstip

Omdat Bram moeite heeft om zijn aandacht bij de les en de taken te houden, is het belangrijk om duidelijke doelen te stellen. Wat moet Bram wel/niet af hebben van zijn taak. Dit wordt individueel besproken. Omdat je van zo’n leerling niet kunt verwachten dat hij een uur aan zijn taak zal werken, kun je wel van een leerling uit groep 5 stapsgewijs verwachten dat hij minstens 15 minuten aan zijn taak zal werken. Om hem dan tijdsbesef te geven, kun je gaan werken met een Time Timer. Hierdoor krijgt hij goed in de gaten hoelang hij nog de tijd heeft om zijn taak af te ronden (Horeweg, 2015). Het is ook zeer belangrijk om het juiste moment van de dag te kiezen, bij het uitvoeren van taken (Dawson & Guare, 2010). Hij krijgt aan het eind van de dag geen moeilijke taken. Hij is dan vermoeid en kan zich dan moeilijk concentreren.

Cooper-Kahn, J., & Foster, M. (2014). Executieve functies versterken op school. Amsterdam: Hogrefe Uitgevers.

Dawson, P., & Guare, R. (2015). Executieve functies bij kinderen en adolescenten. Amsterdam: Hogrefe.

Horeweg, A. (2015). Gedragsproblemen in de klas. Tielt: Uitgeverij Lannoo nv.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb