Casus planning

Praktijksituatie VO executieve functie: Plannen

 

De casus

Victor is een jongen van 14 jaar en zit in de tweede klas van het voorgezet onderwijs. Hij zit op dit moment in een vmbo-tl klas. De docenten van Victor waren aan het begin van het schooljaar erg tevreden over Victor. Victor deed namelijk goed mee in de lessen en wist vaak de antwoorden op een vraag die gesteld werd. Hierna ging het echter bergafwaarts met Victor, op het moment dat zijn eerste testresultaten binnenkwamen bleken deze allen onder de maat te liggen. Op de leerlingenbespreking vertelden ook meerdere docenten van Victor dat het regelmatig voorkwam dat Victor zijn huiswerk niet gemaakt had of dat hij nog snel voordat de les begon op de gang maakte.
Doordat  Victor zelden zijn huiswerk voor de les had af en slecht scoorde begonnen docenten een slechter beeld over hem te krijgen en zagen ze hem als een ongemotiveerde leerling. De mentor van Victor begon zich af te vragen of Victor ook echt ongemotiveerd en lui was of dat er meer speelde. Vorig schooljaar was er namelijk nog gezegd dat Victor eventueel halverwege klas 2 zou kunnen opstromen na de HAVO, mits zijn cijfers zo goed bleven als zij in klas 1 waren geweest.
De mentor van Victor besloot Victor en zijn ouders samen uit te nodigen voor een gesprek op school. Tijdens dit gesprek bleek dat Victor juist helemaal geen ongemotiveerde en luie leerling was zoals sommige docenten beweerd hadden. Victor bleek vaak op avonden voor een toets tot ’s avonds laat te leren. Ook stond hij ’s ochtends soms eerder op om zijn huiswerk nog te maken of maakte dit in de pauzes op school. De ouders van Victor waren ook bezorgt over hoe het met Victor op school ging. Vorig jaar was het nog een uitstekende leerling en haalde hij immers mooie cijfers.
Op de vraag van de mentor hoe het kwam dat Victor steeds vaker zijn huiswerk vergat te maken vertelde Victor dat hij dit dan wel wou maken maar het soms simpel weg vergat of er te laat achter kwam. Hiernaast bleek Victor het lastig te vinden om in te schatten hoelang hij met een bepaalde opdracht bezig zou zijn. Hierdoor zat hij soms ’s middags eerst paar uur te gamen om vervolgens ’s avonds laat nog ‘even’ zijn huiswerk te doen. Dit even bleek vaak langer te zijn dan verwacht waardoor hij dus tot laat nog bezig was met leren en huiswerk maken.

 

Interventies

Toen de mentor van Victor dit verhaal hoorde vielen de puzzel stukjes in elkaar, Victor bleek niet lui of ongemotiveerd te zijn maar had moeite met het plannen van zijn huis- en leerwerk. De mentor besloot om Victor een speciale agenda van de school te geven waarin Victor niet alleen zijn huiswerk in kan zetten op de dag dat het af moet, maar ook in het grijze gedeelte onder elke dag kan neerschrijven wat hij voor huiswerk hij die middag gaat doen (Dawson & Guare, 2015). Ook kan Victor op deze manier zijn huiswerk opknippen in stukjes. Wanneer Victor bijvoorbeeld 3 woordenlijsten moet leren voor Frans, kan hij bij elke dag een woordenlijst neerzetten. Vervolgens hoeft Victor op de dag voordat de toets is alleen nog maar alles te herhalen want hij heeft het in de week hiervoor al geleerd. Victors agenda komt er dan bijvoorbeeld zo uit te zien als hieronder.

 

Deze speciale agenda bleek bij Victor erg goed te helpen. Elke dag uit school vulde hij de planning verder aan met het huis- en leerwerk. Victor knipt de te leren stof op in stukjes en verdeelde hierdoor de leerstof over de hele week. In de bladzijde uit de Agenda van Victor hierboven is te zien dat Victor bijvoorbeeld op vrijdag zowel een schriftelijke overhoring van Frans heeft en een verslag voor aardrijkskunde moet inleveren. Waar Victor eerst hier pas op donderdagavond mee begon is hij hier nu al op maandag mee begonnen en heeft hij op donderdag alles al geleerd en af en hoeft hij alleen nog maar alles te herhalen en te controleren.
Wanneer Victor een verslag of een andere grote opdracht moet maken voor school kan hij hiervoor een ander soort planning gebruiken. Bij deze planning verdeelt Victor niet alleen de opdracht in kleine stukjes maar maakt hij ook een tijdsplanning hierbij. Op deze manier kan Victor inschatten hoelang hij ergens mee bezig is en hoeveel tijd hij hier dus voor moet vrijhouden  (Smidts & Huizinga, 2011). 
Na afloop van een taak kan Victor invullen hoelang hij daadwerkelijk met de taak is bezig geweest. Op deze manier krijgt Victor meer inzicht in de tijd die hij voor een taak nodig heeft. Hij ziet namelijk zijn geplande tijd en de werkelijke tijd en kan zo zien of zijn inschatting klopte of niet  (Smidts & Huizinga, 2011). 

 

 

De ouders van Victor waren ook erg tevreden over deze 'simpele' interventie van de mentor van Victor. Ook zij hadden namelijk meer kijk op het schoolwerk van Victor en hielpen hem vaak met het inplannen en opdelen van zijn huiswerk.  

 

Nu Victor meer inzicht heeft gekregen in zijn schoolwerk zijn zijn cijfers ook omhoog geschoten en zit hij zelfs al op de HAVO waar hij nog steeds bovengemiddeld scoort op toetsen!

 

Opmerking

Het tot 's avonds laat zitten te leren en in de pauzes nog snel even leren kunnen ook signalen zijn van actieve faalangst. Wanneer je de eerste drie alinea's van deze casus zou lezen zou je ook kunnen concluderen dat het niet aan het moeite hebben met plannen ligt maar dat de leerling mogelijk faalangst heeft en hierom vaak tot laat zit te leren (Prinsen, 2010). 

Indien je meer over faalangst wilt weten raden wij je aan om het boek: Help mijn kind heeft faalangst van Herberd Prinsen te lezen. Dit boek is te downloaden via de volgende link.


De agenda is via de onderstaande button te downloaden. 

Speciale plan agenda
Word – 16,5 KB 389 downloads

Dawson, P., & Guare, R. (2015). Executieve functies bij kinderen en adolescenten. Amsterdam: Hogrefe.

Smidts, D., & Huizinga, M. (2011). Gedrag in uitvoering. Amsterdam: Uitgeverij Niewezijds.

Prinsen, H. (2010). Help mijn kind heeft faalangst. Houten: Bohn Stafl eu van Loghum.