Wat is de noodzaak van executieve functies voor kinderen en pubers?

Kinderen en jongeren zijn vol op in ontwikkeling. Opgroeien kost veel tijd en er zijn belangrijke vaardigheden die aangeleerd moeten worden, om goed te functioneren in het dagelijks leven. Executieve functies zijn hierbij zeer belangrijk. “Zonder executieve functies is het nu eenmaal niet mogelijk om efficiënt te functioneren” (Smidts & Huizinga, 2011, p. 27). Executieve functies zijn cognitieve processen die we nodig hebben om doelgericht gedrag uit te voeren. Het organiseren en reguleren van ons gedrag is niet mogelijk als we deze denkprocessen niet hebben (Smidts & Huizinga, 2011).

 

Voor velen van ons zijn dagelijkse bezigheden erg vanzelfsprekend. Als onze executieve functies niet naar behoren functioneren, dan zijn deze bezigheden helemaal niet zo vanzelfsprekend. Toch wordt er van onze omgeving verwacht dat we deze functies inzetten. Deze verwachtingen gaan bijvoorbeeld over zelfregulatie waarmee je, je op een verantwoordelijke manier kunt gedragen, of het plannen van schoolwerk en huishoudelijke taken. Jongeren met zwakke executieve functies vinden het moeilijk om aan een opdracht te beginnen, zijn snel spullen kwijt, vinden het lastig om tijd efficiënt in te zetten en werken slordig 
(Dawson & Guare, 2012). Ook zijn er jongeren die moeite hebben met zelfregulatie. Ze kunnen bijvoorbeeld hun impulsen niet beheersen of krijgen hun emoties niet onder controle.

 

Een belangrijke executieve functie is gedragsinhibitie. Dawson en Guare (2010) beschrijven: “Gedragsinhibitie helpt ons om na te denken voor we iets doen en om te beslissen of en wanneer we reageren”(p.18). Het boek gedrag in uitvoering vermeldt: “Het is het vermogen om weerstand te bieden aan impulsen en automatische handelingen” (Smidts & Huizinga, 2011, p. 35). Dit zorgt er voor dat je het geduld hebt om te wachten, je gedrag te kunnen stoppen wanneer dat nodig is en je niet te laten afleiden door alle prikkels uit de omgeving. Leerlingen die hier moeite mee hebben brengen zichzelf dan ook regelmatig in de problemen. Je kunt je voorstellen dat dit je behoorlijk in de weg kan zitten in sociale situaties, waarin het heel belangrijk is om bepaald gedrag te kunnen stoppen. Het is dan belangrijk om interactie met de omgeving, te beoordelen (Horeweg, 2015). Ook mist het deze leerlingen vaak aan zelfreflectie, waardoor ze niet leren van foute beslissingen.

 

In het boek: executieve functies bij kinderen en adolescenten van Dawson en Guare(2010), worden verschillende executieve functies van elkaar onderscheiden. Om een duidelijk beeld te krijgen van de activiteiten waarbij we in verschillende levensfasen executieve functies nodig hebben, geven we hieronder twee korte voorbeelden:

 

Controleren van gedrag
Een kind uit de voorschoolse leeftijd moet leren om een ander kind niet te slaan, te duwen of iets aan te raken wat niet van hem is. Een leerling uit groep 5 tot 7 moet leren om zich te gedragen als een docent de klas uit is, of zijn woede in te tomen. En een leerling op de middelbare school moet leren om roekeloos en gevaarlijk gedrag te onderdrukken.

 

Plannen/organiseren/tijdsmanagement
Om effectief bezig te zijn met activiteiten is het noodzakelijk om goed te plannen. In groep 5 tot 7 moeten leerlingen bijvoorbeeld eenvoudige schoolprojecten plannen en hun dagschema in de gaten houden. In groep 8 tot de brugklas moeten zijn leren om een complexere planning te maken op langere termijn, waarin zij ook de tijd goed verdelen. Op de middelbare school en hierna moeten zij ook langetermijndoelen bepalen en deze verfijnen.

 

Zo zien we dat executieve functies zeer belangrijk zijn voor ons dagelijks functioneren. We hebben het overal bij nodig, dus is het zeer belangrijk om hier aandacht aan te besteden.

 

 

Dawson, P., & Guare, R. (2010). Executieve functies bij kinderen en adolescenten. Amsterdam: Hogrefe.

Dawson, P., & Guare, R. (2012). Coachen van kinderen en adolescenten met zwakke executieve functies. Amsterdam: Hogrefe.

Horeweg, A. (2015). Gedragsproblemen in de klas. Tielt: Lannoo.

Smidts, D., & Huizinga, M. (2011). Gedrag in uitvoering. Amsterdam: Nieuwezijds.